Le tir progressif



Het karakter

Dit is de meest atletische vorm van Sport-Boules en was een Olympische demonstratiesport geworden als Parijs de Olympische Spelen van 2008 toegewezen had gekregen.
In een korte tijd wordt er van een speler veel van conditie, concentratie, gerichtheid en strikte samenwerking verwacht.

Het wedstrijdreglement

Per ploeg komt één speler uit. Om deze variant aanschouwlijker te maken, is het aan te bevelen twee ploegen tegelijkertijd te laten spelen. Voor de veiligheid wordt een speelveld tussen de beide wedstrijden vrijgelaten.

De wedstrijd begint na het aftellen (van 5 naar 0) door de scheidsrechter en duurt 5 of 8 minuten, afhankelijk van wat de wedstrijdorganisatie heeft besloten. In die tijd herhaalt de speler de volgende acties:

  1. Hij werpt een boule onderhands (met aanloop) naar een op een speciale mat neergelegde witte boule. Het doel is deze witte boule te raken. Wanneer de witte boule van zijn plaats komt levert dit één punt op.
  2. De speler loopt door tot het einde van de mat, waar hij een boule van de porte-boule pakt.
  3. Van die kant neemt hij een nieuwe aanloop om een witte boule op de mat aan de eerste kant voor één punt van zijn plaats te gooien.
  4. Hij loopt weer door naar het eind van deze mat, waar hij van de porte-boule een werpboule oppakt en weer naar de startpositie doordraait en begint weer bij de eerste stap, waarbij intussen leden van zijn ploeg zich haasten om de objectboule op de verplichte plaats te leggen en een werpboule op de porte-boule te leggen, zodra de speler in hun richting heeft gegooid en natuurlijk met voorkeur zonder hun eigen speler te hinderen. Als de speler heeft raakgegooid, dan wordt de objectboule één vak verder gelegd (aan het eind van de mat gekomen steeds één vak terug.

Winnen

De speler die het meeste punten heeft gehaald is de winnaar.
Het wereldrecord bij de vrouwen staat sinds 20 juli 2005 op naam van de Italiaanse Ilenia Pasin. Zij gooide in Duisburg (Duitsland) in 45 worpen, 42 keer raak.
Het wereldrecord bij de mannen staat sinds 18 oktober 2003 op naam van de Fransman Sébastien Grail. Hij gooide in Eybens (Frankrijk) in 51 worpen, 51 keer raak. Dit record evenaarde hij op 20 november 2004 in Aix le Bains (Frankrijk)

De aanloop- en gooitechniek voor le tir progressif

Uitgegaan wordt van een rechtshandige speler rechts.

De eerste stap met links is flink (tot over de eerste lijn). Direct wordt de rechterarm naar achteren gebracht en wel zodanig dat de arm na de tweede en derde grote pas tot het verticaal passeren van de rechter vierde pas de zwaaibeweging naar beneden en naar voren wordt ingezet. De arm komt daarbij niet van zo hoog als bij het gooien in de andere disciplines. Deze vierde pas overbrugt meer dan anderhalve meter met een aansluitende werppas met extra afzet om de boule te werpen en de snelheid maximaal omhoog te brengen. De loopsnelheid wordt vastgehouden tot het begin van de mat, waarna deze geleidelijk teruggebracht wordt om de boule van de porte-boule te pakken en de draai foutloos te maken.

De aanlopen gedurende de wedstrijd beginnen met de rechtervoet op de twee-meter lijn. De linker, rechter, linker en rechterpas met rechtse afzet komt dan voor of op de voetlijn uit.