Le combiné



Het karakter

De combiné is een sterk competitieve sport die fouten direct in punten afstraft en bijzondere prestaties direct extra beloont.

Het wedstrijdreglement

Het wedstrijdreglement van de combiné is gebaseerd op hoofdstuk IX artikel 57 van het Réglement Technique International van de FIB.

Het spel kan één tegen één (simple) en twee tegen twee (double) gespeeld worden, waarbij per ploeg 4 boules gelijk over de spelers verdeeld worden.

De arbiter voert de toss uit. Deze speler is in deze mène de plaatser en werpt het but uit in het 5 meter-speelveld. De tegenstander trekt een cirkel van 1,40 meter doorsnede met het but als middelpunt. Ligt het but binnen de 70 cm van de voor- of achterlijn van het 5 metervak, dan wordt het but zover in de lengterichting van het veld verplaatst totdat dit wel het geval is. In de breedte wordt dit niet gedaan. De cirkel wordt vanaf de zijlijn getrokken, met het but als middelpunt. De tweede speler zal in deze beurt gooien. In de volgende beurt, die de andere richting op gespeeld wordt, worden de rollen omgedraaid. Halverwege de wedstrijd van 8 mènes start de tweede speler als plaatser.

De eerste speler plaatst. Indien de boule komt stil te liggen in de cirkel, dan heeft de speler één punt. Als de boule binnen de 5 mm van het but stil blijft liggen, dan heeft de plaatser twee punten, behalve als het but meer dan 50 cm verplaatst wordt. Dan wordt alsnog één punt toegekend. Als de boule niet in de cirkel tot stilstand komt, dan plaatst de eerste speler zijn tweede boule. Hier blijft hij net zolang mee doorgaan tot hij een boule in de cirkel heeft geplaatst of al zijn boules kwijt is. Ligt de boule in het vak, dan wordt de boule gemarkeerd en er wordt een 50 cm-boog getrokken voor de bal door de pointeur. Het but wordt verwijderd.

De tweede speler gooit met zijn boules tot hij de boule uit de cirkel heeft verwijderd. Het verwijderen levert één punt op en een carreau binnen de cirkel 2 punten. Bij verplaatsing binnen de cirkel wordt de geplaatste boule teruggeplaatst: de werper heeft geen punt en schiet weer.

De beurt is weer aan de eerste speler om te plaatsen zoals hierboven beschreven is. Het but wordt hiervoor herplaatst. De werper kan er ook voor kiezen op het but te schieten voor 2 punten.

Als de eerste speler boules over heeft nadat de werper alle boules heeft geworpen, dan plaatst hij deze in de cirkel voor één of twee punten per stuk.

Als de tweede speler boules over heeft nadat de plaatser alle boules heeft gespeeld, dan heeft hij de keuze om op een boule van de tegenstander te gooien voor één punt of maximaal twee keer per beurt te gooien op het but voor twee punten. De boule die als mikpunt dient wordt hiervoor op de plaats van het but gelegd met de buitenkant binnen de buitenkant van de cirkel..

Winnen

De speler met de meeste punten na acht mènes is de winnaar.